20 Een desastreus succes

’s Morgens is iedereen voor dag en dauw uit de veren en ’s middags staan ze wat onwennig op het stadsplein om te beginnen aan het concert. Een grote mensenmenigte is op het spektakel afgekomen, uit alle hoeken en gaten zijn boeren en buitenlui naar het plein getogen. En ineens zijn daar ook boer Jan en zijn Klaartje. Ze hoorden van het concert en reisden helemaal over de bergen hierheen omdat ze nog één keer hun vrienden wilden zien. Iedereen is uitgelaten, zo’n feest is er maar eens in de drie jaar. De zon schijnt uitbundig en het is bijna windstil, de ideale omstandigheden voor een gedenkwaardig concert.
.  Na een korte toespraak van Jonathan, de reuzen zijn uiteindelijk toch gekomen, is het dan zover. Aarzelend zetten Anna en Eddie de eerste maten in en als Lieuwe en oom Fedde bijvallen begint het echt goed te klinken. Maar dan komt Eelco in actie, met machtige slagen op zijn trommel brengt hij ritme en vuur in het muzikale spektakel.
Als even later Patricia als een engel uit de lucht komt aanvliegen en haar hoge stem over de hoofden van het publiek uitstort, gaat er een rilling van genot en sensatie door de menigte.
.  Zuiver en precies in de maat, maar toch swingend klinkt de muziek over het marktplein, hier en daar wordt aarzelend een dansje ingezet, en even later zwiert en draait iedereen in opperbeste stemming over de markt. Boer Jan en Klaartje het hardst van allemaal.
.  Op een gegeven moment, als het orkest zich even het zweet van het voorhoofd veegt en Patricia wat met water gorgelt om haar stem soepel te houden, komen de vier reuzenbroers schoorvoetend naar Eelco. Ze hebben papieren in hun hand en fluisteren hem iets in het oor. Eelco staat op, loopt naar oom Fedde en vraagt zacht: ‘De jongens hebben een lied gemaakt, dit is de muziek. Zullen wij ze begeleiden?’
.  Iedereen pakt zijn partij, kijkt even en dan knikken ze. De reuzen stellen zich naast elkaar op bij het orkest, Eelco telt af, en dan blijken uit de vier strotten prachtige klanken te komen. De broers keren zich naar hun moedertje en brengen haar een ode. Het zijn grote stoere kerels. Misschien voelden ze zich daarom te verlegen toen ze wilden vragen of ze mochten zingen vandaag.
.  Ze klinken als Italiaanse ariazangers. Patricia vliegt boven hun hoofden en zingt de tweede stem. Eelco’s trommel gromt, de snaren van Eddies banjo plingplongen in de maat, Lieuwe kiest de juiste toon en ook Anna krijgt uit haar klarinet klanken waar ze zelf verbaasd over is. Oom Fedde staat zich uit de naad te spelen, zijn accordeon klinkt als een heel orkest. Ach, wie had dat gedacht. Ik nam mijn instrumenten mee voor je weet maar nooit. Onverwacht was Anna daar, met haar klarinet. En toen kwamen al die andere muzikanten.
.  De mensen op het plein luisteren met open mond, dijnen mee met de melodie, hier en daar wordt een traantje weggepinkt. Nou niet overdrijven hoor, denkt oom Fedde, het is geen bruiloft.

Dan ineens, als bij toverslag, klinkt een zware knal. Zeker de knalpijp van de auto van de reuzen. Maar dan klinkt er nog een en nog een. In een mum van tijd is de lucht inktzwart. En dan volgen lichtflitsen en nog meer knallen. Ook de wind is ineens komen opzetten. Vijf minuten geleden was het nog windstil en broeierig en nu worden zware windstoten afgewisseld met enorme onweersklappen. Iedereen doet nogal luchtig, maar oom Fedde ziet dat Jonathan, de oudste en vrolijkste van de reuzen, met donkere blik naar de horizon kijkt.
Nu ontdekt oom Fedde het ook, een wervelwind of een orkaan komt vanuit de bergen aangesuisd. Ook andere bewoners van het stadje zien de slurf van de orkaan in rap tempo naderen. Angstaanjagend.
.  Er wordt gegild en vrouwen en kinderen rennen in blinde paniek over het plein. Alleen Eelco, Lieuwe, Eddie en Anna gaan op in hun spel en hebben niets in de gaten.
Oom Fedde is nu ook in paniek, hij ziet het noodweer in ijltempo dichterbij komen en in de verte worden bomen en struiken door de enorme kracht van de wind de lucht in geslingerd.
‘Eelco, stoppen,’ gilt hij, maar Eelco hoort alleen de muziek en heeft geen weet van wervelwind of orkaan.
.  Nu zijn alleen de muzikanten nog op het plein en eindelijk dringt het dan toch tot hen door dat ze moeten rennen voor hun leven. ‘Laat de instrumenten maar liggen,’ schreeuwt oom Fedde, maar zijn woorden worden overstemd door het geraas van de storm.

Op dat moment bereikt het oog van de orkaan het marktplein en met een angstaanjagend gekraak wordt de hele karavaan de lucht in gezogen. Gillend en schreeuwend klampen Lieuwe en Eelco zich aan de wagen en ook de anderen klauwen naar houvast. Oom Fedde grijpt de banden van de tractor, en dan, met een enorme klap, wordt het hele plein leeg getrokken. Met oorverdovend geraas vliegt het spul de ruimte in.

.  Binnen tien minuten ligt het marktplein er verlaten, leeg en nutteloos bij. De wind is net zo snel gaan liggen als-ie opkwam. Het stadje is door de orkaan letterlijk schoongeveegd.
.  Dan komt er aarzelend weer wat leven, de zon breekt bleekjes door en vanuit alle hoeken en gaten komen mensen tevoorschijn, verbouwereerd over de kracht van het voorbijgeraasde natuurgeweld.
.  ‘Nooit eerder meegemaakt,’ zegt Jonathan, ‘maar waar zijn onze muzikale vrienden?’
.  Opnieuw ontstaat er paniek: waar zijn onze vrienden?
.  Patricia heeft de storm overleefd door zich aan een waslijn vast te klemmen, en wat verfomfaaid komt ze aanvliegen. Huilend stort ze zich in de armen van Jonathan. Onhandig draaiend probeert hij haar te troosten.
.  ‘Nu zijn ze allemaal dood,’ snikt ze.
.  Maar dan komt het oude moedertje van de reuzen naar ze toe. ‘Zie je die berg daar in de verte? Als jij ziet wat ik zie, dan is er nog hoop.’
.  En inderdaad, op de top van een van de besneeuwde bergen zien ze een glimpje paars. Dat moet de mantel van Eelco zijn.

En snel als de wind gaat Patricia op de vleugels en verdwijnt uit het zicht, op weg naar de bergen, op zoek naar de vriendjes van wie ze in korte tijd zo zielsveel is gaan houden.

< Hoofdstuk19